THEORETISCH DEEL: WETTELIJK KADER Module 1. Wetgeving inzake privéleven en camerabewaking - Wetgeving over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoongsgegevens en in het bijzonder de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en hun uitvoeringsbesluiten.
- wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens
- wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (camerawet) en de uitvoeringsbesluiten
Module 2. Begrippen van strafrecht en openbare orde
- de bepaling van 'strafrecht' en het principe 'wettelijkheid
- inbreuken: klassificatie, typologie en de constituele bestanddelen
- straf: notie, indeling, limitien en uitvoeringsmodaliteiten
- verschillende noties uit de strafwetboek: dader, mededader, poging, samenloop van misdrijven, oorzaken van toerekeningsvatbaarheid, verzwarende en verzachtende omstandigheden
- notie van 'openbare orde' en overzicht van de bevoegde administratieve overheden inzake openbare orde
- gemeentelijke administratieve sancties: principes van de wet van 24 juni 2013
Module 3. Functie van operator en deontologie - Deontologische regels toegepast aan de functie van operator
- de verschillende taken van een operator
- deontologische principes: weten hoe integer en ethisch te reageren
PRAKTISCH DEEL Camerabewakingssysteem, beginselen van observatie, opstellen van verslagen en communicatie met de interventiediensten
- de fasen in het optreden van de operator
- de kenmerken van een goede observatie
- uitleg van een (performant) systeem van camerabewaking en van het communicatiesysteem
- het meedelen van de informatie (beschrijving, elementen te vermelden in een signalement)
- het proactief handelen tijdens e observatie, op welk moment alert zijn
- de techniek voor het opstellen van verslagen
- het signalement
|